Nieuws

Aardgasfactuur dreigt fors te stijgen in de komende jaren

De federale regering voert hogere accijnzen op aardgas in. Die maatregel staat niet op zichzelf: ze komt boven op een Vlaamse taxshift en een Europese koolstoftaks. Vanaf 2030 volgt bovendien opnieuw een btw-verhoging. Samen kunnen die ingrepen de gasfactuur van gezinnen de komende jaren met enkele honderden euro’s doen toenemen.

Ongeveer zeven op de tien Vlamingen verwarmen vandaag met aardgas. Voor hen zal de energiefactuur in de periode tot 2030 merkbaar stijgen. Dat blijkt wanneer we de geplande maatregelen van het Vlaamse, federale en Europese niveau samen bekijken.

Wie verwarmt op aardgas - zo’n zeven op de tien Vlamingen - zal de komende vijf jaar zijn energiefactuur fors zien aandikken. Dat blijkt wanneer we de maatregelen voor de komende jaren van zowel het Vlaamse, het federale als het Europese niveau op een rijtje zetten. 

Jaarlijks 365 miljoen
Het recentste plan in de reeks is de verhoging van de accijnzen op aardgas, waarover de regering De Wever deze week een akkoord sloot bij de opmaak van de meer­jarenbegroting. Vanaf volgend jaar gaan die accijnzen voor niet-zakelijke gebruikers (lees: gezinnen) omhoog, en de jaren nadien worden ze stelselmatig opgedreven. Tegen 2029 moet de accijns­verhoging jaarlijks 365 miljoen euro opleveren. Dat leidt volgens berekeningen van Ruben Baetens, energie-­expert van het KU Leuven Instituut voor Energie & Maatschappij (KIEM), in dat jaar tot een verhoging van de jaarafrekening voor een gemiddeld ­gezin met zo’n 75 euro. 

Een jaar eerder, in 2028, plant de Vlaamse regering dan weer een taxshift op de energiefactuur, die verwarmen met aardgas zwaarder zal belasten. Het Vlaams ­Klimaatplan, dat deze zomer werd voor­gesteld, voorziet in een verschuiving van 362 miljoen euro aan Vlaamse heffingen van de elektriciteitsfactuur naar die voor aardgas en stookolie. Wie verwarmt op aardgas zal de factuur daarvoor met 40 tot 60 euro zien stijgen, leren schattingen. 

ETS2 en btw-verhoging

Nog in 2028 - een jaar later dan aanvankelijk voorzien - komt de impact van ETS2 erbij, een uitbreiding van de Europese emissiehandel . ­Vanaf dan moeten leve­ranciers van fossiele brandstoffen voor de ver­warming van gebouwen (aardgas en stookolie) en transport over land (benzine en diesel) uitstootrechten kopen voor de CO?-uitstoot die hun fossiele brandstoffen veroorzaken. De verwachting is dat ze die kosten zullen doorrekenen in de factuur van gezinnen en bedrijven. Volgens een paper van de Vlaamse ­onderzoeksinstelling VITO/EnergyVille ­zullen gezinnen die op aardgas of stookolie verwarmen hun jaar­lijkse energie­factuur daardoor zien toenemen met 207 tot 368 euro. Daarbij gaat de studie uit van een koolstofprijs van 60 euro - het bedrag dat leveranciers moeten betalen per ton CO?-uitstoot. Ligt die prijs lager, dan zal de impact op de ­factuur ook lager zijn. ‘De politiek zal er alles aan doen om de impact te beperken’, verwacht Baetens. Hij gaat eerder uit van een koolstofprijs van 45 euro per ton CO?-­uitstoot, wat nog altijd neerkomt op een toename van zo’n 115 euro op de gemiddelde aardgasfactuur. 

Voor 2030 zit nóg een verhoging van de aardgasfactuur in de pijplijn. Vanaf dan zal de btw op aardgas (opnieuw) naar 21 procent stijgen, een gevolg van een Europese uit­zonderingsmaatregel die afloopt. Tijdens de energiecrisis stond Europa lidstaten ­tijdelijk toe fossiele brandstoffen zoals aardgas niet met het hoogste btw-tarief te belasten. Vanaf 2030 zijn EU-landen weer ­verplicht om dat wel te doen. Het betekent dat de btw op aardgas - die sinds de energiecrisis op 6 procent ligt - dan naar 21 procent zal stijgen. Met de zopas besliste accijns­verhoging anticipeert de federale regering naar eigen zeggen al op die btw-verhoging. Door de kosten stelselmatig op te drijven wordt een plotse schok vermeden, is de redenering. Het voorziene accijnsniveau in 2029 komt namelijk overeen met een btw-tarief van 12 procent. 

Welk effect de verhoogde btw zal hebben, is afhankelijk van wat de federale ­regering op dat moment met de accijnzen doet. Vandaag is het idee om die te doen dalen zodra het btw-tarief naar 21 procent gaat. Hoe fors dat gebeurt, bepaalt de impact van de btw-verhoging. Berekeningen leren dat die van een beperkte verhoging (+ 12 euro) tot 200 euro op jaarbasis kan gaan. De optelsom van al die maatregelen leert dat een gemiddeld Vlaams gezin dat op aardgas verwarmt, ­tegen 2030 in het uiterste geval een verhoging van bijna 500 euro mag vrezen op zijn jaarfactuur - of ruim 40 euro per maand. 

Lagere elektriciteitsfactuur
Daartegenover zullen de lasten op de ­elektriciteitsfactuur dalen. Zo voorziet de federale regering in een accijnsverlaging (-35 euro per jaar tegen 2029) en leveren de taxshift en de taxcut op Vlaams niveau 30 tot 100 euro op de stroomfactuur op, afhankelijk van uw verbruik. Bovendien verdwijnen de komende jaren de meeste groenestroomcertificaten uit de Vlaamse elektriciteitsfactuur, wat tegen 2030 zo’n 95 euro oplevert. Daardoor verschuift de veel­besproken prijsverhouding tussen aardgas en elek­triciteit de komende jaren. Volgens de ­berekening van Baetens zakt de marginale prijs­verhouding - zonder de vaste componenten, zoals de netvergoeding - tussen elektriciteit en gas van 3,7 vandaag naar ongeveer 2,6 in 2029. 1 kWh elektriciteit zal dan nog 2,6 keer zo duur zijn als 1 kWh gas. ‘Dat is geen verwaarloosbare beweging: dit is de richting die we al jaren ­nodig hebben’, klinkt het. 

Goedkopere warmtepompen
Volgens Climafed, de Belgische federatie voor klimaattechnologieën, worden warmtepompen daarmee ‘voor het eerst economisch logisch voor de meerderheid van de woningen’. De combinatie van een stijgende kostprijs voor fossiele energie en de dalende lasten op elektriciteit ‘zal het economische speelveld binnen enkele jaren volledig kantelen in het voordeel van elektrische verwarming’, vermoedt de federatie. Baetens ten slotte benadrukt dat zelfs na de voorziene ingrepen nog voor 180 euro Vlaamse en federale heffingen en accijnzen overblijven op de gemiddelde energiefactuur. ‘Men zou politiek dus nog altijd kunnen beslissen om de netto-­impact op de energiefactuur - aardgas en stroom s amen - tot nul te herleiden.’

Bron: De Tijd